AEC-bodemassen


Toepassen AEC-bodemas bij projecten N391

Bij de projecten aan de N391 wordt gebruik gemaakt van AEC-bodemas. Dit is begin 2017 al toegepast bij de aanleg van de taluds bij Roswinkel. Vanaf oktober 2017 wordt dit materiaal aangevoerd bij Ter Apel voor de aanleg van de hellingen bij de nieuwe aansluiting N391/N366. Het gaat om restmateriaal afkomstig van de afvalverwerker Attero in Wijster. Het ziet er zwart en zandachtig uit.  Als u meer wilt weten over bodemas, raadpleeg dan Vraag en antwoord over AEC-bodemassen.

Vraag en antwoord AEC-bodemassen

Wat zijn AEC-bodemassen?

AEC-bodemassen zijn reststoffen die overblijven bij de verbranding van afval in een afvalenergiecentrale (AEC). Deze bodemassen worden in Nederland gebruikt voor grotere en kleinere werken zoals wegen, fly-overs, geluidswallen en opritten naar bruggen. Het zwarte, zandachtige materiaal heeft uitstekende eigenschappen als het gaat om draagkracht.

Waarom dit materiaal?

In Nederland produceren we met elkaar heel veel afval. Het grootste deel hiervan wordt verbrand in een afvalenergiecentrale (AEC). Dat levert elektriciteit en warmte op, maar ook secundaire bouwstoffen zoals bodemas. Jaarlijks komt er zo’n 1,5 miljoen ton as uit de ovens. Het rijk stimuleert het hergebruik van dit restproduct, onder andere in de wegenbouw. Niet alleen wordt ons afval zo nuttig hergebruikt, we besparen ook op het gebruik van primaire bouwstoffen, zoals zand en grond. Daarmee zijn minder ontgrondingen nodig en dragen we bij aan een duurzamer milieu. De toepassing van bodemas is daarnaast goedkoper, vergeleken met andere ophoogmaterialen.

Waar wordt het voor ingezet?

Al meer dan 20 jaar krijgt bodemas een veilige bestemming in de grond-, weg- en waterbouw. Het zwarte, zandachtige materiaal wordt toegepast als ophoog- en funderingsmateriaal in de wegenbouw, maar ook bijvoorbeeld als grondstof voor natuurlijke geluidswallen. Voorbeelden van infrastructurele projecten waarbij bodemas is toegepast, zijn onder andere de A2 bij ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven, alle fly-overs op de N242 bij Alkmaar, de aansluiting A9-A5 tussen Haarlem en de Westrandweg in Amsterdam. Verder bestaat de kern van de 1,2 kilometer lange geluidswal bij De Meern volledig uit bodemas. Voorbeelden in het noorden van het land zijn de verdubbeling van de N33 en de verbreding van de N381 in Fryslân.

Onder de Nederlandse wegen ligt inmiddels meer dan twintig miljard kilo bodemas. Ingepakt en wel, om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden afgegeven aan bodem en grondwater (het zogenaamde ‘uitlogen’). De regels voor het gebruik van bodemas zijn wettelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in het Besluit bodemkwaliteit.

Wat is het voordeel?

Bodemas heeft een goede stabiliteit en draagkracht. Daarom is het een uitstekend materiaal voor in de wegenbouw. Het gebruik van bodemassen is duurzaam en dus beter voor het milieu. Niet alleen wordt ons afval nuttig hergebruikt, we besparen ook op schaars wordende primaire bouwstoffen zoals zand. Daarnaast is de toepassing van bodemassen goedkoper, vergeleken met andere ophoogmaterialen.

Zijn er wettelijke regels voor het gebruik van bodemassen?

Ja, de regels voor het gebruik van AEC-bodemassen zijn omschreven in het Besluit bodemkwaliteit. Dit besluit stelt dat bodemas een zogeheten IBC-bouwstof is, die toegepast mag worden met IBC-maatregelen. IBC staat voor Isoleren, Beheersen en Controleren. Verwerking van bodemassen gebeurt dus onder bepaalde voorwaarden. Een voorbeeld is het afdekken met folie. Daarnaast vindt monitoring plaats, onder andere van grondwater. Dat het gebruik van bodemas veilig is, bewijzen de infrastructurele werken waar het in het verleden is toegepast.

Wat zijn risico’s voor milieu en mens?

Zolang er voldoende beheersmaatregelen worden genomen, zijn er geen milieu- en gezondheidsrisico’s te verwachten. Om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden afgegeven aan bodem en grondwater (‘uitloging’), worden de assen onder andere afgedekt met een gecertificeerde folie (die bestand is tegen bijv. dieren en boomwortels). Tijdens het verwerken van de bodemassen wordt stofvorming en verwaaiing (verspreiding via de lucht) voorkomen door bij langdurige droge periodes te sproeien. Overigens spant ook de afvalsector zich in om bodemas schoner te maken. Bodemas zit vol waardevolle grondstoffen die niet verbranden: vooral zogenaamde non-ferro-metalen, zoals koper, aluminium en zink. In geavanceerde scheidingsinstallaties worden deze metalen er met bijvoorbeeld magneten, brekers, en zeven uitgehaald. Datzelfde geldt voor ferro-metalen, zoals ijzer. Door nieuwe innovatieve technieken weten afvalbedrijven de materialen steeds nauwkeuriger te scheiden. Op die manier wordt bodemas geoptimaliseerd als bouwstof.

Bron: Deze informatie is afkomstig van de website www.a2maastricht.nl.