Aanpassingen in beheerplannen bij actualisatie


Provincie Drenthe en Prolander werken aan de actualisatie van de Natura 2000-beheerplannen. De actualisatie van beheerplan Leekstermeergebied is afgerond op 27 juni 2023. De andere gebieden volgen. Bij de actualisatie van de beheerplannen worden geen omschrijvingen van specifieke vergunningvrije activiteiten meer gegeven. Dit is een verandering ten opzichte van de huidige beheerplannen. Wel wordt het huidige wettelijk kader voor vergunningplicht beschreven en wordt aangegeven welke activiteiten knelpunten vormen.

Omschrijvingen in beheerplan onvoldoende

Er kunnen geen rechten ontleend worden aan de omschrijvingen van bestaande activiteiten in de huidige versie van de beheerplannen. Er is gebleken dat de huidige beschrijvingen te globaal zijn. De beheerplannen beschrijven bijvoorbeeld niet duidelijk welke referentiedatum is gehanteerd. Ook is de aard en intensiteit van de activiteiten niet voldoende gedetailleerd beschreven. De beschrijvingen voldoen daarmee niet aan de eisen van een vergunning of vrijstelling en daar moet een vrijstelling juridisch gezien wel aan voldoen. We kiezen er daarom voor om deze beschrijvingen niet terug te laten komen bij de geactualiseerde Natura 2000-beheerplannen.

Dat de beschrijvingen niet meer voldoen komt deels door wetswijzigingen die zijn doorgevoerd sinds het opstellen van de huidige beheerplannen. Denk daarbij aan de Spoedwet aanpak stikstof en nieuwe jurisprudentie (de Logtsebaan-zaak).

Bestaand gebruik en beheerplannen

Legale activiteiten die al bestonden voordat een gebied als Natura 2000-gebied aangewezen werd, zijn vergunningvrij. Dit staat in de vergunningverlening bekend als “bestaand gebruik”. Deze activiteiten kunnen op dezelfde manier door blijven gaan zonder dat ze opnieuw getoetst hoeven te worden. Het peilmoment voor activiteiten die een effect kunnen hebben op Natura 2000-gebieden, wordt de referentiedatum genoemd. Deze referentiedatum ligt tussen 10 juni 1994 en 7 december 2004. Het komt echter zelden voor dat een activiteit nog op exact dezelfde wijze uitgevoerd wordt als destijds.

Referentiedatum

Toen de huidige beheerplannen opgesteld werden, beoordeelde men alle activiteiten in en om de Natura 2000-gebieden aan de hand van de op 31 maart 2010 aanwezige activiteiten in het gebied. Dit werd “bestaand gebruik” genoemd en is in Hoofdstuk 4 van de beheerplannen beschreven. De in het hoofdstuk benoemde activiteiten werden daarmee als vergunningvrij beschouwd.

Op grond van jurisprudentie kon de datum van 31 maart 2010 al lange periode niet gezien worden als peilmoment. Met de wetswijziging (Spoedwet aanpak stikstof) van 1 januari 2020 is deze referentiedatum ook uit de wet gehaald en is duidelijk dat er slechts één referentiedatum geldt: de datum waarop het gebied aangewezen is als Vogelrichtlijngebied of op de Europees vastgestelde lijst van de Habitatrichtlijngebieden is opgenomen. Voor de gebieden in Drenthe gelden daardoor de volgende referentiedata.

Gebied

Beschermingsregime

Referentiedatum

Referentiedata gebieden drenthe

Bargerveen

Vogel- & Habitatrichtlijn

10 juni 1994

Dwingelderveld

Vogel- & Habitatrichtlijn

11 oktober 1996

Fochteloërveen

Vogel- & Habitatrichtlijn

30 november 1998

Leekstermeergebied

Vogelrichtlijn

24 maart 2000

Zuidlaardermeergebied

Vogelrichtlijn

24 maart 2000

Drents-Friese Wold & Leggelderveld

Vogel- & Habitatrichtlijn

24 maart 2000

Norgerholt

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Witterveld

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Drentsche Aa-gebied

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Drouwenerzand

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Elperstroomgebied

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Holtingerveld

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Mantingerbos

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Mantingerzand

Habitatrichtlijn

7 december 2004

Activiteiten, passende beoordeling en vergunningverlening

Wanneer niet kan worden uitgesloten dat een beoogd project significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, moet een passende beoordeling te worden gemaakt van de mogelijke gevolgen van het project voor het Natura 2000-gebied. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. De omgevingsvergunning voor een Natura-2000 activiteit voor het project kan alleen verleend worden wanneer uit de beoordeling de zekerheid is verkregen dat deze de kenmerken van het Natura 2000-gebied niet zal aantasten. Dezelfde regels die voor het verlenen van een vergunning gelden, gelden ook voor het vrijstellen van een activiteit in het beheerplan. Alleen voor activiteiten waar een passende beoordeling voor uitgevoerd is, kan dus een vrijstelling in een beheerplan verleend worden. Activiteiten die geen groter effect hebben op de natuur dan op de referentiedatum, ook al zijn ze ingrijpend veranderd, zijn vergunningvrij (zie ook: intern salderen).

Drukfactoren onderdeel beheerplannen

In de te actualiseren beheerplannen worden de beschrijvingen van activiteiten verwijderd. In plaats van allerlei activiteiten te benoemen die geen effect hebben op de natuur, beperken de beheerplannen zich tot factoren die (mogelijk) wel een effect hebben op de natuur: de drukfactoren. Er is een gestandaardiseerde lijst van bekende drukfactoren voor natuurdoelen. In de concept-natuurdoelanalyses en de beheerplannen wordt gekeken in hoeverre een drukfactor in een gebied speelt. Als het natuurdoel door zo’n drukfactor niet gehaald wordt, wordt het een knelpunt genoemd. De knelpunten geven ons directe aanknopingspunten om maatregelen tegen te nemen. Zo geeft het beheerplan een duidelijke leidraad voor het beoordelen van activiteiten. Het geeft het meest recente beeld van hoe het met de natuurdoelen gaat, waarbij alle nu aanwezige activiteiten in acht genomen worden. Wanneer onzeker is of een activiteit effect heeft, of wanneer een activiteit wijzigt, is verder onderzoek en toetsing noodzakelijk.