Hun terugkomst is een compliment én een enorme uitdaging


Een prachtdier. Zo omschrijven ze de wolf allebei. Toch kijken campingeigenaar Albert Dekker en excursieleider Egbert Post wezenlijk anders naar de aanwezigheid van wolven in het Drentse landschap. De een ziet ze het liefst vandaag vertrekken, de ander hoopt dat we leren samenleven. Wat ze beiden belangrijk vinden? ‘Dat we in gesprek blijven en niet zwart-wit denken, zodat er ruimte is voor ieders perspectief.’

Vanaf camping d’Olde Kamp in Ansen loop je zo het Dwingelderveld in. Een fantastisch gebied, volgens Albert Dekker. Sinds 2022 runt hij de onderneming samen met zijn vriendin. Er zijn kampeerplekken, plaggenhutten, een boomhut en restaurant. ‘Onze gasten komen vooral voor de rust en de natuur’, vertelt Albert. ‘We hebben hier ook allerlei dieren rondlopen, zoals varkens, geiten en kalfjes. Sinds kort gaan de kalfjes ’s nachts naar binnen. Ook merkt Albert dat zijn gasten minder makkelijk het bos ingaan. De reden? ‘We hebben zorgen over de wolf.’

Oog in oog met wolf

Laatst stond hij oog in oog met het dier. Op een veld vlak bij de camping, waar maïs werd gehakseld. Albert: ‘Opeens was-ie daar, groot en indrukwekkend. Ik schrok en werd even stil. Maar ik zag vooral paniek bij de wolf zelf. Het dier zocht een vluchtweg, rende steeds heen en weer. Als dat hier al gebeurt  - met alle ruimte die we in dit gebied hebben  - hoe moet dat dan op plekken waar het veel drukker is? Die gedachte houdt me bezig.’

Compliment

Egbert had het niet verwacht: wolven in ons gecultiveerde Nederlandse landschap. Toch kwamen ze, ook naar Drenthe. ‘Ik heb altijd wel iets gehad met de wolf’, vertelt Egbert. ‘Het is de tienkamper onder de roofdieren. Een echt familiedier, slim, sociaal en atletisch. Wolven kunnen meer balans brengen in onze natuur en de biodiversiteit versterken. Het is eigenlijk een compliment dat ze terug zijn. Maar: er zijn zeker gevaren en aandachtspunten.’

Zorgen

Hij begrijpt de zorgen van mensen die bijvoorbeeld schapen, koeien of paarden houden dan ook goed. ‘Je zult maar worden geconfronteerd met doodgebeten dieren. Dat is verschrikkelijk.’ Net als Egbert kent ook Albert verhalen van diereneigenaren die dit meemaakten. En beide mannen ontmoeten regelmatig mensen die het spannend vinden om de natuur in te gaan, nu de wolf terug is. Volgens Egbert is uitgebreide voorlichting over wolven en hun gedrag ontzettend belangrijk. ‘We leefden hier lange tijd zonder deze dieren en missen daardoor waardevolle kennis.’

Wolf-excursies

Precies daarom organiseert hij  - als lid van de werkgroep Wolf - excursies in het Drents-Friese Wold. Daarnaast geeft hij op aanvraag voorlichting aan onder meer scholen, campings en andere bedrijven. Om het dier weer echt te leren kennen, zoals hij het zelf omschrijft. ‘Ik vertel mensen over de achtergrond en het gedrag van de wolf. Over wat je kunt tegenkomen, wat wel en niet kan én hoe je het beste met dit dier omgaat. Gewapend met kennis gaan deelnemers vaak toch meer ontspannen de natuur in, merk ik.’

Flinke uitdagingen

Albert vindt initiatieven zoals die van Egbert waardevol: ‘Zo lang de dieren hier rondlopen, is het ongelooflijk belangrijk dat mensen weten wat er speelt in de natuur en op het platteland. En hoe ze zichzelf en hun dieren kunnen beschermen. Dat maakt ons wijzer. Ik neem mijn gasten soms ook mee het veld in, om alle kanten van het verhaal te vertellen. Niet alleen dat de wolf een prachtdier is, net zo goed dat-ie flinke uitdagingen met zich meebrengt.’

Meer leefruimte

Hij noemt een wolf met welpen. Of een lonely wolf die is losgeraakt van de roedel. Albert: ‘Ze kunnen weidedieren aanvallen, zeker als er onvoldoende bescherming is. Ik moet er niet aan denken dat het aantal wolven in deze omgeving toeneemt. Dan komen er ongetwijfeld meer incidenten. Het Dwingelderveld is niet heel groot; de wolven leggen grote afstanden af en komen snel dichtbij. Dat is niet de schuld van de wolf. Ze hebben in mijn beleving gewoon meer leefruimte nodig en passen hier niet.’

Samenleven

Ook al kijkt hij er net anders naar, Egbert ziet wel dezelfde uitdagingen als Albert. ‘De wolf kan dichtbij komen en slaat soms toe, dat moeten we niet onderschatten. Maar net als wolven zijn bijvoorbeeld loslopende honden ook een gevaar voor weidedieren. Wij kunnen er met elkaar voor zorgen dat we weidedieren zo goed mogelijk beschermen. Zoals met wolvenrasters, die de provincie subsidieert. Ook kunnen we nog veel meer ontdekken over het gedrag van de wolf en hoe hiermee om te gaan. Ik geloof erin dat goed samenleven dan mogelijk is’

Onmisbaar beheer

Albert ziet de wolf het liefst vertrekken, maar er zijn volgens hem een paar gebieden waar een roedel misschien zou kunnen leven. ‘Zoals op de Veluwe, waar het leefgebied duidelijk groter is dan hier. Wel vereist dat beheer van de wolvenstand en jagers moeten daarvoor ruimte krijgen. Goed beheer is wat mij betreft onmisbaar. Voor de natuur, de recreatie en vooral voor de veiligheid en populatie van andere dieren. Anders kan er geen wolvenraster tegenop.’

Gezamenlijk optrekken

Kennis vergroten. Zorgen delen. Met elkaar in gesprek blijven. Dát zien de mannen als sleutel om tot een goed evenwicht te komen. Egbert: ‘Wat ieders gewenste toekomstplaatje ook is, het vraagt sowieso tijd om te leren samenleven met de wolf. En ik geloof dat het hier kan. Albert: ‘We mogen daarover van mening verschillen. Maar zolang de dieren er zijn, hebben we ermee te dealen. En dat lukt alleen als we gezamenlijk optrekken!’