Wordt er onderzoek in de grond gedaan?
Restwarmte is warmte die overblijft bij bijvoorbeeld het verbranden van afval of andere industriële processen. Deze warmte wordt nu vaak nergens voor gebruikt. Dat is zonde. In dit project onderzoeken we of we die warmte kunnen gebruiken om huizen en gebouwen te verwarmen.
Een transportnet is een grote leiding die warmte van de bron (zoals bijvoorbeeld van Attero) naar steden en dorpen brengt waar een warmtenet komt.
Een warmtenet is een systeem waarmee huizen en gebouwen worden verwarmd. In plaats van een cv-ketel in elk huis, zijn er meerdere centrale warmtebronnen. Die maken warm water dat via leidingen naar huizen wordt gebracht. De warmte kan worden gebruikt voor verwarming en warm water.
De warmte komt een huis binnen via een apparaat dat een 'afleverset' heet. Dit vervangt de cv-ketel. De warmte uit de leidingen komt dus niet direct het huis binnen, maar wordt overgedragen via deze set. Het water uit de leidingen komt niet in de eigen leidingen terecht.
Restwarmte wordt nu niet gebruikt en gaat verloren. Door die warmte te gebruiken voor huizen en gebouwen, hebben we minder aardgas nodig. Dat is beter voor het klimaat en helpt om CO2-uitstoot te verminderen.
In dit project onderzoeken we of we de restwarmte van afvalverwerker Attero in Wijster kunnen gebruiken. Bij het verbranden van afval komt warmte vrij. Een deel daarvan kunnen we gebruiken voor het warmtenet. We kijken ook of er andere warmtebronnen zijn.
Restwarmte is een vorm van hergebruik. De warmte ontstaat toch al bij het verwerken van afval. Als we die warmte nuttig gebruiken, hoeven we minder aardgas te gebruiken. Dat is beter voor het milieu.
In plaats van een cv-ketel krijgt de bewoner een afleverset. Dit is een apparaat dat de warmte uit het warmtenet doorgeeft aan de radiatoren in huis. Meestal past dit apparaat in de meterkast. Voor de bewoner werkt het warmtenet bijna hetzelfde als de cv-ketel: je hebt gewoon verwarming en warm water.
Na aansluiting is de bewoner verbonden aan het warmtebedrijf dat het warmtenet beheert. Je kunt dan niet meer overstappen naar een andere warmteleverancier. Daarom willen we dat warmtebedrijven voor het grootste deel in handen zijn van de overheid. Zo blijft er controle op de prijs en kwaliteit.
Voor stroom verandert er niets — je kunt daarvoor gewoon van leverancier blijven wisselen.
Een warmtebedrijf zorgt voor het maken en leveren van warmte via het warmtenet aan inwoners en bedrijven. In de toekomst moeten zulke bedrijven voor minstens 51% in handen zijn van de overheid. Zo kunnen gemeente of provincie invloed uitoefenen.
Dat weten we nog niet precies. Er wordt nog onderzocht wie wat betaalt. Een deel zal waarschijnlijk betaald worden met geld van het Rijk of de provincie. Het warmtebedrijf maakt straks een berekening van de kosten.
De kosten hangen af van de aanleg en het gebruik van het warmtenet. De overheid bepaalt elk jaar hoeveel je maximaal mag betalen. Je betaalt nooit meer dan voor aardgas (dat heet het "niet-meer-dan-anders-principe"). Met de Wet collectieve warmte (Wcw) wordt dit principe de komende jaren vervangen door de “kosten-plus-methode”, waarbij de warmte verkocht wordt tegen de kostprijs plus een beperkte toelage. Dit zorgt voor een stabielere energieprijs, omdat de prijzen niet meer afhangen van de gasprijzen.
- Minder aardgas nodig
- Minder CO2-uitstoot
- Gebruik van warmte die anders verloren gaat
- Minder afhankelijk van schommelingen in de gasprijs
- Om een warmtenet aan te leggen, zijn bijvoorbeeld nieuwe leidingen nodig. Dit kan tijdelijk overlast geven, bijvoorbeeld door werkzaamheden in de straat.
- Ook in huis moeten soms dingen aangepast worden, zodat de woning goed aangesloten kan worden. Zo krijgt de woning een warmtewisselaar in plaats van een cv-ketel.
- Als je woning eenmaal is aangesloten en de gasaansluiting is weggehaald, blijf je klant bij het warmtebedrijf. Je kunt dan niet meer overstappen naar een andere warmteleverancier.
We bekijken of een warmtenet haalbaar is in de betrokken gemeenten. Ook kijken we hoeveel warmte nodig is, hoe groot de buizen moeten zijn en waar die het beste kunnen liggen. Dat betekent dat wordt onderzocht welke woningen geschikt zijn voor een warmtenet en hoe een warmtenet door de straten kan lopen. Daarnaast wordt bestudeerd welk tracé het beste kan worden gebruikt voor de buizen met warm water van en naar Attero.
Het schetsontwerp laat zien of een warmtenet een goed idee is. We onderzoeken of er genoeg vraag naar warmte is in de wijk en of de bron genoeg warmte kan leveren. Ook kijken we hoeveel het ongeveer gaat kosten en wat het kan opleveren. Daarbij houden we rekening met onzekerheden. We kijken ook wat er gebeurt als sommige verwachtingen niet helemaal kloppen. Op basis van al deze informatie beslissen we of we doorgaan met het warmtenet of niet.
Er is nog veel wetgeving in ontwikkeling. Bijvoorbeeld de Wet collectieve warmte (Wcw). Deze wet bepaalt namelijk onder andere welke rol gemeenten gaan spelen in de organisatie rondom warmtenetten. De wet is nog niet definitief.
Ja, mogelijk wel. Er wordt gekeken waar al leidingen liggen en of die in de weg zitten. Zo willen we voorkomen dat we voor verrassingen staan als we zouden besluiten dat er een warmtenet komt.
Als alles doorgaat, begint de aanleg waarschijnlijk tussen 2028 en 2030.
Ja. Bij het ontwerp wordt al rekening gehouden met mogelijke uitbreiding. Er kunnen dan bijvoorbeeld meer wijken of bronnen worden aangesloten.
Op dit moment is dat nog niet mogelijk. Het project bevindt zich nog in de onderzoeksfase. Als er in een volgende fase mogelijkheden komen voor inwoners om mee te denken of mee te praten, dan laten we dat op tijd weten. We vinden het belangrijk om inwoners goed te betrekken zodra dat kan.