Aardkundig monument - de Reest
De kronkelende Reest vormt grotendeels de zuidgrens van Drenthe. Het beekdal heeft een hoge natuurwaarde. Maar de Reest was niet altijd een kleine beek, hij kende vele gedaanten! Sinds 2022 is het beekdal een Aardkundig Monument.
Een oeroud dal
Ver voordat de Reest zich vormde als beek, was er sprake van een oeroud dal, het Oerdal van de Vecht. Dit oerstroomdal was enorm breed en besloeg het gebied tussen de huidige waterstromen de Reest en de Vecht. In deze periode, aan het einde van de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo’n 150.000 jaar geleden, smolt de ijskap en kwam er heel veel smeltwater vrij. Dit vormde woeste waterstromen die langs de rand van de ijskap naar het westen stroomden. Een ijstijd later, in het Weichselien, zo’n 116.000-12.000 jaar geleden, was er weliswaar geen landijs, maar de bodem was wel bevroren. In de zomer ontstonden opnieuw vlechtende smeltwatergeulen. Deze geulen verplaatsten zich steeds, waardoor er veel droogvallende plekken waren. De sterke wind verstoof het zand en vormde, verspreid over het gebied dekzand- ruggen en -kopjes.
De Reest als veenbeek
Na het Weichselien, zo’n 12.000 jaar geleden, werd het klimaat milder en stabieler, het Holoceen brak aan. De zeespiegel steeg en daarmee ook de grondwaterspiegel. Vegetatie ontwikkelde zich en er ontstond een aaneengesloten begroeiing. Regenwater werd opgevangen en bomen zorgden voor verdamping, waardoor minder water afstroomde. De Oer-Vecht kreeg minder water en viel grotendeels droog. In het zuiden ontstond het Vechtdal en in het noordelijk deel het Reestdal. Zo’n 5500 jaar geleden startte op grote schaal veenvorming in Nederland, ook in het Reestdal. Het veen werkte als een spons dat al het regen- water opneemt en maar langzaam vrijgeeft.De Reest werd een smalle en onregelmatige beek en was vanaf ca. 1000 na Chr. een volwaardige veenbeek.
De mens grijpt in
In het veen was de beek maar een klein stroompje met onopvallende geultjes in een zompig landschap. Het water had niet voldoende kracht om over de dekzandruggen in het beekdal heen te stromen. Op zeker moment heeft men op enkele plekken de zandruggen doorgestoken en zo lage plekken aan elkaar gekoppeld. Hierdoor nam de Reest een meande- rende beekloop aan. Later werden de boven- stroomse hoogvenen ontgonnen en verdween de sponswerking van het veen. Hierdoor stroomde er af en toe zoveel water door het beekdal dat de beek buiten zijn oevers trad en het gebied onder water zette. Bij hoog water in de Zuiderzee en een sterke westenwind stuwde het water in het westelijke deel van de Reest op en werd klei afgezet op de veenbodems.
Cultuurhistorie
Op de kleine dekzandkoppen werden al in de Middeleeuwen huiskampen- of eenmansessen
aangelegd voor akkergewassen. Ook ontstonden er in de loop van de tijd een drietal landgoederen,
namelijk het voormalige Benedictijnen klooster in Dickninge (1325), het landgoed de Havixhorst (1371) en het Huis Voorwijk (1791). In de omgeving van de Reest zijn ook veel kleine buurtschappen met monumentale boerderijen. Veel later, met de komst van de spoorwegen, verrees in Meppel een villapark in de omgeving van het station. Vanwege het stagneren van vervuild water, organiseerde een groep
Meppelers rond 1905 een initiatief om de grond tussen de Reest en de Stationsweg op te hogen.
De plannen kregen goedkeuring en na 1907 werd het fundament gelegd voor de villawijk en
het latere Wilhelminapark, dat een ontwerp van Leonard Springer was.
Natuur landschap
Het Reestdal wordt gekenmerkt door natte hooilanden met vele Dotterbloemen. Tot bij Meppel zijn ze aanwezig. Ook komen er specifieke plantensoorten voor zoals de Noordse zegge en Draadrus. Op de zandkoppen bij de Reest komt de opvallende roodgekleurde Grote pimpernel voor. De landgoedbossen zijn de beste Drentse voorbeelden van stinsenflora, met duizenden holwortels en sneeuwklokjes. Daartussen bloeit bosanemoon en grote muur. De ooievaar is het icoon van het Reestdal geworden, door de activiteiten van De Lokkerij bij De Wijk. Andere karakteristieke vogels van de graslanden van het
Reestdal zijn graspieper, veldleeuwerik, watersnip en tureluur. In de Reest leven beekvissen als
beekgrondel, kleine modderkruiper en bermpje. Sinds kort is ook de otter terug! Kortom, het Reestdal heeft zeer veel te bieden, voor elk wat wils!