Column: De belangen van Drenthe en haar inwoners
Eén van de dingen die mijn werk als commissaris van de Koning zo boeiend maakt, is de enorme variëteit in mijn werkzaamheden. Zo voer ik op het provinciehuis de meest uiteenlopende gesprekken. Dat gaat bijvoorbeeld over de bollenteelt, hoe we ervoor kunnen zorgen dat de kazerne in Assen openblijft of de noodopvang voor vluchtelingen. Op een ander moment sta ik in een weiland om een ‘markesteen’ te onthullen of spreek ik minister Kuipers van Volksgezondheid in het Scheperziekenhuis in Emmen.
Rode draad in al deze werkzaamheden is: de provincie Drenthe en haar inwoners. Of het nu gaat om landbouw en natuur, zorg, of sport en cultuur. Dat opkomen voor de Drentse belangen speelt zich voor een deel achter de schermen af, door te bellen en te praten met mensen die van invloed zijn op de beslissingen die genomen worden. Zo bracht minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken onlangs een bezoek aan het Huus van de Taol, het cultuurcentrum in Beilen waar onze Drentse taal in woord en geschrift gekoesterd en gepromoot wordt. Bij zo'n gelegenheid laten we de kans niet onbenut om de minister te vertellen over de Drentse belangen. Zoals het feit dat het dringend noodzakelijk is dat er verbetering en uitbreiding van het bestaande spoornetwerk moet plaatsvinden om onze provincie beter bereikbaar te maken, om maar wat te noemen.
Een andere minister, Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kwam als gezegd kort geleden op bezoek in Emmen. Bij dat bezoek ging het onder andere over het regelen van de spoedzorg. Drenthe is een provincie waar relatief veel ouderen wonen en bovendien zijn de afstanden vaak groot. Daarom vergen spoedeisende zaken bij ons een andere aanpak dan bijvoorbeeld in de Randstad. Via De Drentse Gezondheidstafel hebben wij hiervoor met elkaar efficiënte oplossingen gevonden. Het zou ontzettend zonde zijn als regelgeving vanuit Den Haag die oplossingen doorkruist. Tijdens zijn bezoek konden wij de minister dat meegeven.
Het zijn niet alleen bestuurlijke aangelegenheden die op mijn agenda staan. Zo mocht ik onlangs, op de grens van de boermarken Gees en Zwinderen, een ‘markesteen’ onthullen, samen met de mensen van de Vereniging Drentse Boermarken, Stichting Drents Agrarisch Erfgoed en burgemeester Renze Bergsma van Coevorden. Op verscheidene plekken in Drenthe liggen deze stenen. Ze markeerden eeuwenlang de grenzen tussen de verschillende boermarken. Een boermarke of markegenootschap is een middeleeuws collectief van boeren die samen het beheer en gebruik van hun gronden reguleerden. De komende tijd worden meer van deze stenen teruggeplaatst op plekken die vroeger de grenzen binnen de provincie Drenthe aangaven. Ik vind het heel mooi dat er aandacht is voor dit cultuurhistorisch erfgoed. Onze geschiedenis kan ons verbinden in Drenthe en dat is in de huidige tijd vol polarisatie zeer welkom. Het blijft immers onontbeerlijk, dat we naar elkaars verhalen luisteren en samen leven!
Tot besluit van deze column haal ik nog even een stokpaard van stal; over een paar maanden vinden de verkiezingen voor de Provinciale Staten plaats. Zet u woensdag 15 maart 2023 alvast in uw agenda? Want het is belangrijker dan ooit dat uw stem gehoord wordt. In het provinciehuis willen we graag weten, wat u belangrijk vindt voor Drenthe. Dus: 15 maart 2023, stemt allen!
Jetta Klijnsma, commissaris van de Koning in Drenthe