Landschap
Landschap is dat wat we om ons heen zien; het waarneembare deel van de aarde. Het landschap wordt bepaald door de onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding van de levenloze natuur (klimaat, reliëf, water, bodem), de levende natuur (plant en dier) en de mens. Uit deze opvatting blijkt duidelijk dat het landschap wordt bepaald door natuur en cultuur.
Het landschap vertegenwoordigt een intrinsieke waarde. Het draagt bij aan onze beleving van de ruimte. Het landschap geeft inzicht hoe onze voorouders met hun ruimte omgingen en heeft daarmee historische waarde. In algemene zin wordt het landschap van onze jeugd gekoesterd. Landschap roept herinneringen op. Mede de kwaliteit van het landschap draagt bij aan het welbevinden van de mens.
Het landschap is echter geen statisch gegeven, want natuur en cultuur zijn voortdurend in beweging. Alleen al het feit dat het landschap voor een groot deel uit levend materiaal bestaat, maakt dat het landschap van seizoen tot seizoen en van jaar tot jaar verandert. Bovendien zijn veranderingen in onze cultuur – de manier waarop wij onze ruimte gebruiken – in het landschap terug te vinden. Oude elementen vormen samen met moderne elementen (antennemasten, windmolens, pijpleidingen, hoogspanningsmasten) het landschap. Deze spanning tussen oud en nieuw, tussen natuur en cultuur en tussen ecologie en economie, maakt het landschap boeiend.
Het Drentse Landschap; van de hoed en de rand
Het Drentse landschap heeft een eigen gezicht. Een gezicht dat in sterke mate is bepaald door de traditie. Een traditie van mensen die door de eeuwen hun omgeving hebben ingericht en aangepast aan de omstandigheden van hun tijd. Dat werd met kennis en zorg gedaan; ze wisten van de hoed en de rand. Om ook in de toekomst het landschap leesbaar te houden moet met zorg met het landschap worden omgegaan. Dan kan alleen wanneer we iets van die traditie en het omgaan met natuurlijke omstandigheden begrijpen.
Gebaseerd op die traditie en de natuurlijke omstandigheden onderscheiden we in Drenthe een zestal landschapstypen; het hoger gelegen Esdorpenlandschap op het Drents Plateau, het esgehuchtenlandschap langs de Reest, de ontginningkoloniën van de maatschappij van Weldadigheid en aan de randen van Drenthe de lager gelegen wegdorpenlandschappen van de laag- & randveenontginning en de veenkoloniën.
Van armoe tot rijkdom
Het landschap van Drenthe wordt vanouds gekenmerkt door moeizame productieomstandigheden, zoals de eeuwenlange ontwikkeling van de esdorpen op het arme zand, het vruchtbaar maken van de essen, het ontstaan van stuifzanden en heidevelden en de grootschalige ontginning van de Veenkoloniën. Deze ‘arme’ omstandigheden hebben echter een landschap opgeleverd dat we vandaag de dag erg waarderen: openheid, bossen, rust en ruimte.
De wordingsgeschiedenis van het landschap is essentieel voor de huidige kwaliteit van het landschap.
Een rondje Drentse landschap levert de volgende ingrediënten voor landschapskwaliteit op.
Deel van een groter geheel
Het Drentse landschap maakt deel uit van een groter geheel. Drenthe vormt samen met de andere noordelijke provincies een groene enclave tussen de verstedelijkte gebieden van Noord-Duitsland (Bremen/Hamburg) en de Randstad. Sommige rijkdommen in het landschap strekken zich uit over de provinciegrenzen heen, andere rijkdommen zijn typisch Drents, uniek binnen Nederland.
Natuurlijke variatie
Drenthe kent een rijke variatie aan patronen en elementen in de ondergrond. Onder invloed van klimaat, landijs, zee, wind en water kreeg het Drentse landschap al lang geleden zijn definitieve gestalte. Het landschap van Drenthe is te verbeelden als een oude vilten hoed. Het Drents Plateau is de bolling van de hoed met deuken (de ruggen) en scheuren (de uitgesleten beekdalen). Van oorsprong behoort het Drents Plateau tot de hogere delen van ons land en vormde zo de oudste basis voor de mens in Noordoost-Nederland.
De laaggelegen rand van de hoed bestaat uit bijna geheel afgegraven hoogveengebieden en in het noorden zuidwesten uit laagveengebieden. Deze verschillen in de ondergrond vormen zowel de basis voor een gevarieerd planten- en dierenleven als een gevarieerd occupatiepatroon.
Verschil in dynamiek
Sommige delen van het Drentse landschap hebben zich langzaam ontwikkeld en vertonen nog veel kenmerken uit het verleden; de agrarische samenleving heeft een sterk stempel op deze cultuurlandschappen gedrukt. Op andere plekken heerst onder invloed van nieuwe, vooral stedelijke functies grote dynamiek. Dit ‘stedelijk’ landschap, waartoe ook de grote verblijfsrecreatieve terreinen, de ‘recreatiedorpen’ behoren, vormt als het ware een nieuwe laag over het agrarisch cultuurlandschap heen. Sommige kenmerken uit het agrarisch cultuurlandschap zijn in het stedelijk landschap opgenomen, andere kenmerken zijn volledig uitgewist.
Historische diepgang
Het Drentse Landschap kent historische diepgang. Doordat grote delen van Drenthe niet of nauwelijks zijn bebouwd zijn daar historisch-geografische en archeologisch waardevolle elementen nog in onderlinge samenhang herkenbaar aanwezig. Enkele in cultuurhistorisch opzicht zeer gave gieden zijn onder andere: de gebieden rondom de middenlopen van de Drentsche Aa en de Mars- en Westerstroom en grote delen van het esdorpenlandschap, de landgoederenzone van Eelde-Paterswolde, de kleinschalige veenontginningen rond Hollandsche veld, delen van de randveenontginningen rond Schoonebeek en de Hunze, het slagenlandschap van Zuidwest-Drenthe en de hoogveenreservaten Bargerveen en Fochtelooërveen. Deze landschappen zijn uniek en onvervangbaar.
Sobere en subtiele vormgeving
Drenthe kent vanouds een sobere en subtiele vormgeving. Een vormgeving waarbij een doelmatig gebruik voorop staat. Deze vormgeving wordt gekenmerkt door het gebruik van natuurlijke materialen en gedekte kleuren en geldt zowel voor huizen, boerderijen met de erven, als voor het landschap.