Bossen en bosjes
In de Kop van Drenthe liggen verspreid verschillende grote en kleine bosgebieden. Van grote botanische waarde zijn de loofbosjes op dicht onder de oppervlakte gelegen potklei rond Roden en Roderwolde, zoals het Lieverder Noordbos, De Kleibosch en De Maatlanden. Deze bossen zijn beroemd om hun zeer soortenrijke ondergroei en goed ontwikkelde zoomvegetaties. De invloed van de potklei komt tot uiting in het voorkomen van zeldzame plantensoorten, zoals Grote keverorchis, Boszegge en Bleke zegge, Bosviooltje, Welriekende agrimonie, Keverorchis en Bosereprijs. Ook enkele esbossen zijn botanisch van hoge waarde. Het Norgerholt is een bijzonder oud bos, dat vanwege de rijke aanwezigheid van Hulst, ook in de boomlaag, is aangewezen als Natura2000-gebied. Het is tevens bijzonder door het voorkomen van een unieke vorm van de Bosmuur, de Norger bosmuur. In de Zeijerstrubben ligt de enige natuurlijke groeiplaats van Zweedse kornoelje in Nederland.
De oude bossen van landgoed Mensinge bij Roden en van de landgoederenzone van Eelde-Paterswolde zijn in het voorjaar getooid met een uitbundige stinsenflora met onder andere Schedegeelster, Lenteklokje en Holwortel.
In de naaldbossen rond Norg en Langelo staan veel vakantiehuisjes, waarbij de omgeving omgevormd is naar de smaak van de bewoners. Buiten deze invloedssfeer groeien Brede wespenorchis, Dennenorchis en Hengel.
De verspreid liggende bossen en bosjes herbergen een aantal dassenburchten. Net als elders in Drenthe breidt de dassenpopulatie zich hier uit.