Waterberging

De waterberging beslaat het gebied van de Peizer- en Eeldermaden, de polder Matsloot-Roderwolde en de polder Leutingewolde. De polders Matsloot-Roderwolde en Leutingewolde vormen het noordelijk deel van een in 2012 afgesloten Herinrichting Roden-Norg.

Onder invloed van het landijs zijn hier in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, grote oppervlakten keileem afgezet. In het reliëf tekenen zich keileemruggen af, waarvan de ligging en richting te maken hebben met verschillende fasen in de ijsbedekking.

Smeltwaterstromen in de laatste ijstijd het Weichselien hebben delen van het keileempatroon weg geërodeerd, waarbij de ruggen en hun richting extra zijn geaccentueerd door stoomdalen. In het plangebied gaat het om de stroomdalen van het Peizerdiep in noordoostelijke richting met daarbij de rug waarop het dorp Roden is gelegen, en het Eelderdiep en verderop de Drentse Aa in noordwestelijke richting met de Rolderrug waarop het dorp Peize is gelegen, en de rug van Tynaarlo met de dorpen Eelde en Paterswolde.

De omgeving van Roden en Peize is bijzonder omdat de smeltwaterstromen hier zeer veel van het keileemplateau hebben weggespoeld, waardoor er over grote oppervlaktes oudere afzettingen zijn blootgelegd met  premorenale zanden en potklei uit het Elsterien.

Aan het eind van het Weichselien werd het droger en had door het ontbreken van vegetatie, de wind vrij spel. Hierdoor werd er in de luwte van de keileemruggen dekzand afgezet. Hierdoor werd op sommige plaatsen het ontstane reliëf versterkt en op ander plaatsen juist afgezwakt. De omslag naar een gematigd klimaat leidde aan het begin van het Holoceen tot het stijgen van de zeespiegel. De latere riviertjes in de stroomdalen (Peizerdiep, Eelderdiep) voerden veel voedselrijk verweringsmateriaal aan naar hun benedenlopen, waar het water steeds meer stagneerde vanwege de stijgende zeespiegel. Onder deze omstandigheden konden zich laagveenmoerassen ontwikkelen ten noorden van Roden, Peize en Eelde / Paterswolde. De nabije zee, de Lauwersboezem, is steeds meer invloed gaan uitoefenen, waardoor het veen bedekt is geraakt met kleien van zowel rivier als zee. Hierdoor is tot aan de middenlopen van de riviertjes een invloed van brak water opgetreden.

Op hogere gronden tussen de benedenlopen van de riviertjes hebben zich enkele hoogvenen gevormd, doch bescheidener van schaal en niet vergelijkbaar met de uitgestrekte hoogvenen aan de west-, zuid- en oostzijde van het Drents Plateau.

[linken naar pdf: Meetnet Verdroging Noord Oost Nederland: Marion!!]