Natuur


Fochteloërveen

Op de waterscheiding tussen de naar het noorden afwaterende beeksystemen van Peizer- en Eelderdiep en Drentsche Aa en de zuidelijk afwaterende beeklopen van Oude Vaart en Vledder Aa ontstond een groot hoogveengebied, de Smilder Venen. Een deel daarvan ontsnapte aan ontginning en vormt nu het Natura2000-gebied Fochteloërveen. Het zuidelijk deel van de Smilder Venen is grootschalig landbouwgebied, waar natuurwaarden teruggedrongen zijn tot wegbermen en de randen van het rechtlijnige wijken- en vaartenstelsel. Het is nog steeds een inzijgingsgebied, met wateraanvoer in tijden van droogte. Mede daardoor is de waterkwaliteit van de hoofdwatergangen zodanig dat bijzondere watervegetatie geen kans krijgt. Ten noorden van het Fochteloërveen zijn bij Veenhuizen productiebossen aangelegd, die een rol speelden in de exploitatie van de Veenhuizer koloniën. In het zuiden van het deelgebied liggen verspreid wat verboste heideterreintjes.*