Aardkundige waarden

Voor de aardkunde is het gebied Kop van Drenthe interessant, binnen het gebied zijn vier van de zes verschillende aardkundige hoofdlandschappen te vinden. De hoofdlandschappen zijn de Hondsrug, het Drents Plateau, het Hunzedal en (voormalig) hoogveengebied, het stuwwallengebied, het zuidwestelijk laagveengebied en het noordelijk laagveengebied. In dit gebied zijn de hoofdlandschappen: Hondsrug, het Drents Plateau, het Hunzedal en het noordelijk laagveengebied aanwezig.

Drenthe wordt ook wel aangeduid als een omgekeerd soepbord. Aan de randen is het laag, vaak is dat een (voormalig) veengebied, en in het midden hoog, het Drents Plateau. In de Kop van Drenthe ervaar je de aflopende bodem (macrogradiënt). De beken Peizer- en Eelderdiep en Lieverensche Diep stromen vanaf het Drents Plateau beide naar het lagere Leekstermeer. Het Lieverensche Diepje heeft zich sterk meanderend ingesneden in de potklei, waardoor het hier en daar steile oevers heeft.

In de jaren negentig is gekozen voor de Peizer- en Eeldermaden als waterbergingsgebied. Het gebied is daarvoor geschikt vanwege de bodemkundige situatie en de lage bewoningsdichtheid. Het agrarische gebied is grotendeels getransformeerd tot natuurgebied. Ten noorden van Roderwolde bij het plaatsje Sandebuur vinden we in de bodem de restanten van het oerbos Roderwolde dat circa 8000 jaar geleden daar aanwezig was, zwarte Stobben liggen in het laagveen bewaard. Bij de Kleibosch bij Roden is een van de zeldzame plaatsen in Drenthe waar de potklei aan de aardoppervlakte komt. De bodem heeft zowel gevolgen voor de natuurwaarden als voor de cultuurhistorie van het gebied. Drenthe is vooral gevormd door de laatste drie ijstijden. Het bodemprofiel van Donderen maakt de lagen zichtbaar en is aangewezen als aardkundig monument. Het Norgerholt is een restant van een voormalig oerbos en komt onder andere al voor op de oudste topografische kaarten van Drenthe. Het gebied is botanisch van bijzondere betekenis vanwege het in de boomlaag voorkomen van hulstbomen. Afbraak van hulstbladeren geeft een ander soort humus dan bijvoorbeeld eiken en beuken, waardoor ook de gevormde bodems van het Norgerholt ook bijzonder zijn en uitloging van de bodem gemaskeerd is en de bodem van boven naar beneden een geleidelijke in diepte afnemende bruine kleur heeft.