Hondsrug
Op de Hondrug ligt als een losse ketting een reeks natuurgebieden: De Vijftig Bunder en Strubben-Kniphorstbos (beide behorend tothet Natura2000-gebied Drentsche Aa), Drouwenerzand en de boswachterijen van Gasselterveld, Exloo enOdoorn met Odoornerdennen, Odoornerzand en Molenveld. Dit deel van de Hondsrug is binnen Drenthe en zelfs landelijk een van de nog resterende kerngebieden van Valkruid of Wolverlei. Deze Rode Lijstsoort van heischrale, grazige vegetaties profiteert hier van de ondiep aanwezige, iets mineraalrijkere keileem. Dat geldt ook voor de Kleine schorseneer, een eveneens ernstig bedreigde soort, die behalve van een paar plekken in het Zuiderveld, in Nederland alleen nog bekend is van de Veluwe. Het Drouwenerzand is vanwege het stuifzand met jeneverbesstruweel aangewezen als Natura2000-gebied. Ook in het Odoornerzand is de Jeneverbes prominent aanwezig. Meer naar het zuiden toe wordt de reeks natuurgebieden vervolgd met gebieden die een relatie hebben met het voormalige hoogveen: Valtherbosch, Emmerdennen, Emmerschansen Oosterbosch. Het Oosterbosch bij Barger-Oosterveld en Nieuw-Dordrecht is in 1968 grotendeels bebost. Daarbij zijn diepliggende wegen aangelegd op de zandondergrond. Enkele hoogveenrestanten in het gebied zijn als natuurreservaat ingericht, voorzien van dammen en inmiddels weer uitgebreid door het kappen van slecht groeiende bosgedeelten. Nu bloeit hier de Welriekende nachtorchis. De ligging op de flank van de Hondsrug biedt in principe goede kansen voor hoogveenvorming. Het wegzijgen van water naar de landbouwgronden aan de oostkant is hiervoor echter een belangrijk knelpunt.
Buiten deze natuurgebieden zijn ook in oude en goed ontwikkelde landschapselementen zeldzame
soorten te vinden. In de omgeving van de dorpen liggen verspreid houtwallen, kleine doorgeschoten hakhoutcomplexen (strubben) of opgaande bosjes (holten). Het gaat vaak om oud bos met bijvoorbeeld Bosanemoon en Dalkruid. Op veel brinken in de Hondsrugdorpen, bijvoorbeeld Annen en Gieten, verschijnen al heel vroeg in het voorjaar de lichtgele terretjes van de zeldzame Bosgeelster. Als de kronen van de oude eiken erboven nog nauwelijks gesloten zijn, is dit spichtige bolgewasje alweer ondergronds gegaan.
Op sommige plekken verhindert keileem in de ondergrond het inzijgen van regenwater. Op die plekken is het nat, en dit zorgt voor nog meer variatie. Waar zacht water toestroomt, groeien hier en daar Haaksterrenkroos en de zeldzame soorten Loos blaasjeskruid en Klimopwaterranonkel. De laatste soort is in Drenthe voornamelijk bekend van sloten en waterschapsleidingen in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Maar ook aan de voet van de Hondsrug is ze nog te vinden, vooral op plaatsen waar ondiep grondwater uittreedt. Op veel van haar vroegere groeiplaatsen is ze echter verdwenen.
Voor amfibieën en reptielen is het Hondsruggedeelte tussen Borger en Emmen een van de soortenrijkste delen van Drenthe. Alleen hier leeft de mysterieuze Knoflookpad, met landelijk gezien vermoedelijk de grootste populatie. Ook voor de Kamsalamander, een Rode Lijstsoort en opgenomen in de Europese Habitatrichtlijn, is de zuidelijk Hondsrug een kerngebied, mede dankzij aanleg en herstel van poelen.
Behalve in de structuurrijke, in de zon gelegen overgangen van heideterreinen naar bos, biedt ook de oude spoorlijn geschikte open, zandige en vooral warme plekjes voor de Zandhagedis. Dankzij de plaatselijke aanwezigheid van keileem ondiep in de bodem groeit in bermen op de Hondsrug Kleine bevernel. Vooral de bermen van de N34 tussen Zuidlaren en Borger staan hierom bekend. Deze soort kan plotseling in grote aantallen opduiken op plekken waar voordien gerommeld is. Zo koloniseerde ze vanuit de bermen langs de N34 een braakliggende akker bij Gasselte, waar ze enkele jaren massaal heeft standgehouden maar uiteindelijk het veld heeft geruimd. In heischrale wegbermen op het noordelijk deel van de Hondsrug komt hier en daar nog een enkele pol Valkruid tot bloei. Rond Odoorn kan men in zulke bermen hier en daar nog de Knollathyrus tegen komen. Deze uiterst zeldzame Rode Lijstsoort handhaaft zich binnen Drenthe behalve hier alleen nog op de Havelterberg. Lange tijd werd de Roggelelie, een karakteristieke soort van essen op de Hondsrug, als verdwenen beschouwd. Vrij recent is deze plant echter op één oude groeiplaats teruggevonden. Nader onderzoek leerde bovendien dat de Roggelelie in het gebied waar zij oorspronkelijk groeide, vanwege haar sierwaarde ook naar tuinen was overgeplant. In enkele tuinen in Gieten en in verder noordelijk op de Hondsrug gelegen dorpen worden nog steeds exemplaren van deze zomerbloeier aangetroffen.