Aardkundige waarden


Bodemboring van veen, Bron: M. SpeelmanHet stroomgebied van de Oostermoersche Vaart of Hunze omvat een enkele kilometers brede strook langs de Hondsrug. In het zuiden bij Buinerveen ligt het maaiveld ongeveer zeven meter boven NAP en in het noorden bij Onnen ongeveer op NAP. Doordat deze strook steeds onder invloed heeft gestaan van het beekdal met onregelmatige waterstanden, wijkt de ontwikkelingsgeschiedenis af van de rest van het Hunzedal en valt deze te vergelijken met de ontwikkelingsgeschiedenis van de beekdalen op het plateau.

We treffen hier eutroofveen aan. Alleen langs de flank van de Hondsrug werd onder invloed van kwelwater oligotroof veen gevormd. Dit hoogveen is vanaf de Late Middeleeuwen afgegraven. In het noorden bereikt het laagveen een dikte van meer dan twee meter. Door het baggeren ontstonden petgaten, waarvan nog enkele bewaard zijn gebleven. Het landschap is sterk veranderd vanaf de Middeleeuwen door boerenverveningen en vooral vanaf de zeventiende eeuw door de stad Groningen gestimuleerde commerciële turfwinning. De vervening heeft in De Monden op een systematische manier plaatsgevonden. Grote maatschappijen, vaak compagnieën genoemd, hebben het veen ontgonnen en de turf via de aangelegde waterwegen (wijken en kanalen) afgevoerd.

Om de landbouwkundige waarde van de grond te verhogen is de voor de turfproductie minder geschikte bovenste Iaag, het zogenaamde bolster, opzij gezet en bij het in cultuur brengen door het zand gemengd. De regelmatige bewerking en de lage waterstanden hebben tot gevolg dat een zeer groot deel van dit veenrestant door oxydatie verdwijnt. Slechts pleksgewijs komt nu nog een laag restveen voor. De bewoning is gelegen op enkele dekzandruggen in het stroomgebied van de Hunze, de twee dorpjes Zandvoort en Eexterzandvoort en enkele verspreid liggende boerderijen. Hier werden vanwege de hogere ligging ook in het verleden al akkerbouwgewassen geteeld. Door een verbeterde afwatering is het tegenwoordig mogelijk ook in deze lager gelegen gebieden akkerbouwgewassen, zoals aardappelen, te verbouwen.

Het oostelijk deel van het Hunzedal, het voormalige hoogveengebied, is voornamelijk ten behoeve van akkerbouw in gebruik. Hier zijn de bewoningscentra, zoals Veendam en Stadskanaal, ontstaan rond de veenkoloniale industrieën voor aardappelmeel en strokarton. In de provincie Drenthe werden aan de oostkant van de Oostermoersche Vaart, aan de rand van het hoogveengebied, zusterdorpen van op de Hondsrug gelegen dorpen gesticht, bijvoorbeeld de dorpen Zuidlaarderveen, Eexterveen, Gieterveen, Gasselternijveen en Buinerveen. De dorpen Drouwenermond en ook Nieuw-Buinen zijn pas gesticht na de ontsluiting van dit gebied vanuit het Stadskanaal, door middel van de wijken, hier ook wel monden genoemd.