Hunzedal
Het landschap van het Hunzedal is weids; bebouwing is beperkt tot de dekzandruggen. De Hunze is gekanaliseerd en ligt benedenstrooms tussen kaden. De oude meanders zijn los komen te liggen van de Hunze. Bosjes en schrale graslandjes langs deze meanders vormden aan het eind van de vorige eeuw de enige natuurgebieden in het Hunzedal (afgezien van het Zuidlaardermeergebied). Deze natuurkernen zijn nu opgenomen in nieuwe natuurgebieden. Er is een reeks natuurterreinen in ontwikkeling langs de Hunze en de beide bovenlopen Achterste Diep en Voorste Diep, zoals Tusschenwater, Annermoeras, Duunsche Landen, Elzemaat, Torenveen, Exloosche landen en Zoersche landen. In 2012 zijn hier de Mandelanden bij Westdorp bijgekomen. In al deze natuurontwikkelingsgebieden breiden kwelvegetaties zich uit en komt moerasontwikkeling goed op gang. Voor bijzondere plantensoorten zoals Polzegge zijn de groeiomstandigheden verbeterd terwijl nieuwe soorten zich vestigen. Ook steeds meer watervogels en roofvogels ontdekken het gebied en de introductie van de Bever is een succes.
Het Lofargebied bij Buinen ontwikkelt zich tot een vogelrijk gebied. In de trektijd verblijven er bijvoorbeeld
Lepelaars en verschillende soorten steltlopers. Steeds meer Grote zilverreigers brengen er de winter door. Ook verschillende eenden, ganzen en zwanen zijn hier dan te bewonderen, waaronder de Kleine zwaan. Als broedvogel zijn naast de ‘gewone' weidevogels schaarse soorten als Slobeend, Zomertaling en Watersnip vastgesteld. De zang van Graspieper, Gele kwikstaart en Veldleeuwerik is hier in vergelijking met veel andere gebieden nog veelvuldig te horen. Ook Grauwe kiekendief, Kwartelkoning en Porseleinhoen hebben het gebied ontdekt. In de zich ontwikkelende moerassige stukken laten Blauwborst, Rietgors en Bosrietzanger en zelfs een enkele Waterral weten dat ze er een plekje gevonden hebben.
Geelgors, Grasmus en Roodborsttapuit behoren ook tot het vogelpalet van dit nog jonge natuurgebied. Door het verwijderen van de voormalige voedselrijke bouwvoor en het dempen van sloten komt ook hier kwelwater weer tot in het maaiveld. Mede begunstigd door het nu extensieve beheer duiken hiervoor
kenmerkende plantensoorten op zoals Beekpunge en Lage zegge. Ook Eenarig wollegras, Veenpluis, Bleekgele droogbloem, Grote ratelaar en Moeraskartelblad zijn inmiddels aangetroffen. De beide laatste soorten kwamen vermoedelijk via hooi van elders of maaimachines binnen.
Het Zuidlaardermeergebied in het noorden van het Hunzedal is vanwege zijn bijzondere waarden aangewezen als Natura2000-gebied. Het noordelijk deel ligt in de provincie Groningen. In de oeverlanden van het Zuidlaardermeer liggen varenrijke rietlanden met bijzondere planten en er broeden veel riet- en moerasvogels, waaronder Roerdomp en Bruine kiekendief. In de winter overnachten grote groepen ganzen en eenden op het meer. Tot in de jaren zestig kwam de Otter hier nog voor; de laatste jaren worden weer jonge dieren gesignaleerd die uitzwermen vanuit de geïntroduceerde otterpopulatie in
de Weerribben of die vanuit Duitsland naar nieuw leefgebied op zoek zijn.
De graslanden in het agrarische deel van het Hunzedal zijn het domein van weidevogels. Sloten met schoon kwelwater en waterplanten zijn leefgebied van de Waterspitsmuis. In de winter is het Hunzedal belangrijk voor onder andere Kolgans, Toendrarietgans, Roek, Goudplevier en Blauwe kiekendief.