Cultuurlandschap Hartje Drenthe

Rondom dorpen is het negentiende-eeuwse fijnmazige landschap voor een deel bewaard gebleven. Soorten die gedijen in dit type landschap zijn nog aanwezig. Op de Noordesch bij Orvelte komt onder invloed van traditioneel akkerbeheer een rijke akkerflora voor met soorten als Gele ganzenbloem, Korenbloem en Slofhak. De Roggelelie is aangeplant. Ook op essen bij Ruinen, Ansen en Lhee groeien deze soorten weer dankzij gericht beheer.

Oudere veldontginningen en landgoederen hebben een kleinschalig karakter en vormen, vaak in combinatie met aangrenzende beekdalen of essen, een geschikt leefgebied voor verschillende vleermuissoorten en voor de Das. In Midden-Drenthe verschijnen steeds meer dassenburchten. In poelen komt de Kleine watersalamander voor, en bij Orvelte ook de Alpenwatersalamander.

Overwinterende Toendrarietganzen zoeken hun voedsel in de open akkergebieden en slapen in natte heide en vennen en veentjes. Door het hele gebied zwerven ’s winters kleine aantallen Blauwe kiekendieven.

De spoorlijn Groningen-Zwolle loopt van noord naar zuid dwars door dit deelgebied. De taluds bieden goede omstandigheden voor bijzondere planten als Welriekende nachtorchis, Gevlekte orchis, Gewone vleugeltjesbloem, Heidekartelblad en Valkruid.

Verspreid in het gebied liggen zandwinplassen. Sommige zijn nog in vol bedrijf, andere zijn afgewerkt en bieden groeiplaatsen aan bijzondere oever- en waterplanten. Een enkele plas herbergt een kolonie Oeverzwaluwen.