Beekdal van de Reest

De Reest is een sterk meanderende laaglandbeek met een verval van slechts 5 meter op een lengte van circa 37 kilometer. Oorspronkelijk werd de Reest gevoed door het hoogveengebied ten noordoosten van Dedemsvaart. Hierdoor is de samenstelling van het water heel anders dan die in veel andere Drentse beken die ontspringen op een hoger gelegen plateau. Dit komt tot vooral uiting in de macrofauna. De Reest kan beschouwd worden als een van de weinige echte hoogveenbeken in Nederland en het dal geldt landschappelijk als een van de gaafste beekdalen van Noordoost-Nederland.

Langs de beekloop bevindt zich een smalle kwelzone.Dankzij deze kwel komt Gewone dotterbloem op veel plaatsen in de oeverlanden in grote aantallen voor. Dat geldt ook voor Draadrus, een echte Reest-plant, die elders in Drenthe maar op een enkele plek te vinden is. De blikvanger in de fraaie beekdalgraslanden is Moeraskartelblad. Deze soort heeft zijn hoofdverspreiding in Drenthe langs de Reest en wordt daarom wel de ‘orchidee van het Reestdal’ genoemd. Waardevolle kwelafhankelijke vegetaties zijn vooral in de middenloop te vinden. In de bovenloop springen de Paardenlanden eruit als gebied met een hoge kweldruk. In en langs sloten van dit landbouwgebied komt dit tot uiting in de aanwezigheid van soorten als Waterviolier, Kleine watereppe, Noordse zegge en Holpijp. In de Reest groeien waterplanten als Pijlkruid, Kleine egelskop en Gele plomp en worden de Grote en de Kleine modderkruiper aangetroffen.

Eind achttiende eeuw werd het Reestdal in de boven- en middenloop nog geflankeerd door uitgestrekte heide- en hoogveengebieden. Tegenwoordig is een deel van de bovenloop verdwenen en begint de Reest bij De Tippe (oostelijk van Dedemsvaart) in een vlak veenontginningslandschap. De bovenloop kenmerkt zich door een vrij open landschap. Bij Nolde ligt het natuurgebied Schrapveen, dat dooreen complexe waterhuishouding met lokale kwelstromen geschikte groeiomstandigheid biedt voor bijzondere soorten als Moeraskartelblad, Waterdrieblad en Stijf rietgras. Zeer kenmerkend voor de middenloop is het reliëf: een steilrand vormt hier de grens tussen het Reestdal en het Drents Plateau.