Ontginningslinten van het laag gelegen randveen
De benedenloop van het Peizerdiep stroomt door het noordelijke laagveengebied, waar randveenontginningen het karakter bepalen. Ten westen van het Peizerdiep ligt het wegdorp Roderwolde, dat zijn oorsprong heeft in het iets noordelijker gelegen Sandebuur. Hier startte vanuit een zandrug rond 1100 de veenontginning. Door inklinking, met als gevolg een hogere waterstand, was men in de 18de eeuw genoodzaakt de bewoningsas zuidwaarts te verleggen naar het huidige Roderwolde. De lange smalle kavels zijn ten noorden gericht op de Matsloot en ten zuiden op het Peizerdiep. Richting Foxwolde, Nietap en Leutingewolde, gelegen op de overgang van zand naar veen, gaat dit slagenlandschap over in een coulissenlandschap dat geaccentueerd wordt met houtwallen en houtsingels. Bij de Kleibosch bij Roderwolde komt de potklei aan de oppervlakte. De Kleibosch herbergt restanten van de middeleeuwse kleiwinning van de Aduarder monniken, zoals het afvoerkanaal en de zogenaamde ‘leemkoelen' oftewel kleibedden. Het bos is zeldzaam als overblijfsel van de hakhoutbossen van Drenthe.