Veenwegen
Een speciale categorie van veenvondsten zijn de soms kilometerslange houten veenwegen en voetpaden die ooit het Bourtangerveen maar ook de Smildervenen doorkruisten. Veel van hen zijn tijdens de vervening verdwenen maar wel (gedeeltelijk) gedocumenteerd. Op enkele plaatsen waar in de ondergrond nog veenrestanten aanwezig zijn, zijn delen ervan nog bewaard gebleven.
Voor het in breedte variërende wegdek van 25 cm tot c. 3,5 m, werden boomstammetjes, planken en vlechtwerk gebruikt, soms in combinatie met elkaar. De oudste wegen dateerden uit de midden-nieuwe steentijd, de jongste uit de Romeinse ijzertijd. Uit de middeleeuwen zijn bij Buinen en Bronneger in het gebied de Monden veenwegen van veldkeien bekend.
Hoewel de meeste veenwegen zullen zijn aangelegd om het moeras te overbruggen naar hogere en drogere gronden, wordt van de veenweg van Nieuw-Dordrecht vermoed dat deze een rituele functie heeft gehad. Langs de weg zijn een bijlsteel, een hockeystickvorming voorwerp en een wagenwiel aangetroffen, alle van hout. Deze voorwerpen lijken bewust naast de weg gedeponeerd en dat zou kunnen wijzen op een speciale betekenis van de weg. Ook zijn er twijfels over de stevigheid van de constructie van de weg, of hij eigenlijk wel te gebruiken was voor transport. Hoe het ook zij, de bouwers van de weg, de mensen van de Enkelgrafcultuur, hebben rond 2550 v.Chr. voor de aanleg ervan een enorme inspanning verricht. Met hun stenen bijlen hebben ze vele tientallen hectares gemengd bos van els, berk, linde, eik en esdoorn gekapt.