Spieker van Lhee
In 1953-54 is bij Lhee (gemeente Midden-Drenthe) een uit veldkeien opgebouwde fundering aangetroffen die op grond van het aanwezige aardewerk lijkt te dateren rond 1200 n.Chr. Er zijn in archeologische kringen twee theorieën over de interpretatie van de funderingen. De eerste zegt dat het gaat om de kelderfundering van een houten ‘spieker', dat is een oude benaming voor graanschuur of -opslagplaats. De tweede interpreteert het als de kelderfundering van een gewone boerderij. Bij de eerste theorie wordt een verband gelegd met centrale opslag van graan, belasting in natura voor de bisschop van Utrecht, de toenmalige landsheer van Drenthe. Tot dusver zijn echter geen directe aanwijzingen in geschreven bronnen of anderszins gevonden die Lhee linken aan een bijzondere rol in het bestuurssysteem van de bisschop. Het laatste woord hierover is dus nog niet gezegd. De `spieker' is provinciaal eigendom en ligt er feitelijk nog net zo bij als toen de opgravers de fundering voor het eerst bloot legden.