Sleenerzand

Het Sleenerzand wordt beheerd door het Staatsbosbeheer dat hier bewust kiest voor het beter beleefbaar en toegankelijk maken van het archeologisch erfgoed voor publiek. Dit past in een lange traditie die door Prof.dr. A.E. van Giffen - ‘Drenthes grootste archeoloog' volgens de plaquette bij het hunebed - is ingezet bij hunebed D49. Van Giffen restaureerde en reconstrueerde ‘de Papeloze kerk,' zodat dit monument zou kunnen worden gebruikt voor educatieve doeleinden. Hij reconstrueerde onder andere de ‘dekheuvel', een zandheuvel waaronder oorspronkelijk alle hunebedden verscholen lagen. De bijnaam ‘Papeloze kerk' verwijst naar het gebruik van het hunebed in de zestiende eeuw voor hagepreken, protestantse kerkdiensten ‘zonder Rooms-katholieke of Paapse priester', toen de Protestantse leer nog verboden was.

Ook grafheuvels kunnen bijnamen hebben, zoals de op het Sleenerzand gelegen ‘Galgenberg', die in Drenthe overigens niet de enige in zijn soort is. Deze grafheuvel die oorspronkelijk uit de Bronstijd dateert, dankt zijn naam aan het gegeven dat er in de Middeleeuwen een galg opstond. Het gebruik als executieplaats hangt samen met de ligging van deze grafheuvels in het toenmalige open heidelandschap, aan belangrijke doorgaande wegen, kruispunten van wegen en markegrenzen. Ze dienden ter lering en afschrikwekkend voorbeeld voor de reizigers die gebruik maakten van deze wegen en paden. De Galgenberg op het Sleenerzand ligt bijvoorbeeld aan de doorgaande weg van Noord-Sleen naar Schoonoord, tevens een markegrens. In het heuvellichaam van dit soort grafheuvels die secundair gebruikt zijn als galgenberg, kunnen nog overblijfselen van terechtgestelden aanwezig zijn.