Schoonebekerdiep

Het gaat om een vrij groot gebied waar lage dekzandkopjes voorkomen in het brede beekdal van het Schoonebekerdiep. Ze zijn afgezet op oude rivierzanden en vervolgens verdwenen onder het veen.

Het gebied is nu als bouwland in gebruik, half akkergrond en half grasland, en is goeddeels helemaal gedraineerd door kleine sloten. Het veen is vrijwel geheel verdwenen als gevolg van oxidatie. Dit is een zichzelf versterkend proces dat onomkeerbaar is, alleen als het land weer vernat zou worden kan er zich opnieuw veen vormen. Het huidige grondwaterpeil is circa -1,5 m NAP, dit is voor veen veel te diep. Het ‘voordeel' van het verdwijnen van het veen is, dat dekzandkopjes langzaam weer zichtbaar worden in het landschap. De reliëfverschillen zijn echter klein, en door landbewerking als egalisatie verdwijnen ze steeds meer. Verschillen in hoogte van de minerale ondergrond is ook zichtbaar in slootwanden. Het gaat om hoogteverschillen van een halve meter, en hier en daar zie je nog een steilrand wat te maken heeft met vroegere erosie van de beek en oude landschapselementen (perceelsscheidingen) waar de opgaande begroeiing is verdwenen.