Ecoduct helpt dieren om barrières over te steken ...

Een ecoduct dient om natuurgebieden met elkaar te verbinden, zodat er uitwisseling van dier- en plantensoorten kan plaatsvinden. Voor sommige soorten, (reptielen en amfibieën, kruipende insecten, maar ook voor grotere dieren), is een kanaal of een snelweg een moeilijk te nemen hindernis. Zo is de A28 - zoals alle andere snelwegen in ons land - ook een barrière van formaat.  Daarom heeft Rijkswaterstaat geld gereserveerd om ecoducten te bouwen.

© Albert Henckel - Ecoduct Luchtfoto 2014

De A28 snijdt het nabije Terhorsterzand af van het Dwingelderveld. Oorspronkelijk waren die gebieden met elkaar verbonden, ze vormden één geheel. Bekend is bijvoorbeeld dat konijnen veel voorkomen in het Terhorsterzand en niet meer in (grotere aantallen) in het Dwingelderveld. Sinds het ecoduct is gerealiseerd, trekken 'nieuwsgierige soorten', zoals konijnen, maar ook hazen en reeën al over het ecoduct. Maar een ecoduct ligt er ook voor dassen en marterachtigen, en voor soorten die karakteristiek zijn voor heidelandschappen, zoals de heikikker, de adder en de levendbarende hagedis. Verder vormt het ecoduct een onderdeel van de robuuste verbindingszone richting Mantingerzand/ Midden-Drenthe, waar 'mobiele soorten' gebruik van maken, zoals reeën, en in de toekomst mogelijk het edelhert.

Een ecoduct is een redelijk kunstmatige voorziening. Het werkt als een trechter waar alle planten en dieren van de natuurgebieden op korte afstand een geschikte biotoop (leefgebied) moet vinden. In de natuurgebieden zelf zie je dat niet vaak omdat dan ook op korte afstand er veel verschil in grondsoort, bodemopbouw en hydrologie moet worden gevonden. Daarom liggen bij en op het ecoduct op korte afstand zowel schrale als rijkere bodems, droge, vochtige en natte terreintjes, korte vegetatie en struiken/bomen, etc.

axw_3547b-np480

Waterberging in extreem natte situaties

Tegelijk dienen de poelen aan de oostzijde voor de berging van water in extreme situaties; het water van de snelweg en van het bewoonde gebied bij het ecoduct wordt opgevangen in deze poelen. Ze vullen zich vanaf de wegen naar achteren toe tot zover dat nodig is. De kades rondom het gebied dienen om dit water tegen te houden. Op het ecoduct liggen ook poelen, die gevoed worden met drainagewater van het ecoduct. Deze poelen dienen ervoor om op het ecoduct natte 'eilandjes' te hebben. Dat is vooral van belang voor de trek van reptielen en amfibieën. Dit ecoduct is uniek in Nederland, omdat er juist voor deze soorten voorzieningen zijn aangebracht, zodat de uitwisseling van dieren zo optimaal mogelijk kan.

Koeien voorkomen dat er bos ontstaat, langs de ecoductkanten

Staatsbosbeheer zet aan weerszijden van het ecoduct vijf tot tien koeien in om de vegetatie kort te houden. De koeien lopen binnen een raster. Het inzetten van vee is nodig om te voorkomen dat het gebied dichtgroeit met bos, want dat zou de effectiviteit van het ecoduct aanzienlijk verminderen!

Het voorontwerp is van Parklaan Landschapsarchitecten, die ook de geluidswal hebben ontworpen. Dit voorontwerp was voorgeschreven in het bestek van het ecoduct, dat Hegeman-Mobilis heeft gebouwd. Het ecoduct ligt scheef over de A28. Dit dient een landschappelijk doel, en geeft aan dat het zwaartepunt van de natuurgebieden min of meer in het scheve verlengde van het ecoduct ligt.

In 2016 ontving Parklaan Architecten de Harry de Vroome penning - een landschapsprijs - voor het ontwerp van het ecoduct en de geluidswal