Mantingerbos en -weiden


Ten noorden van Mantinge ligt een eeuwenoud bos, het Mantingerbos. Hier vlakbij ligt het al even oude Thijnsbosje. Deze twee bossen vormen samen een complex van bossen op een ongestoorde bosbodem.

Ondanks dat de bosjes door mensen zijn gebruikt, heeft hier sinds mensenheugenis bos gestaan. Door de ongestoordheid van de bosbodem en omdat het gebied nooit ontgonnen is geweest, komen deskundigen tot de slotsom, dat dit boscomplex een restant is van een vroeger groter ‘oerbos’.

mantingerbos_over

Het meest opvallende aspect zijn de vele metershoge hulstbomen, die samen dichte bossen vormen. De ondergroei geeft een voor Drenthe karakteristiek beeld met soorten als veelbloemige Salomonszegel, zevenster, witte klaverzuring, grote muur en dalkruid.

In de bosranden vallen de vele struiken op die een mooie zoombegroeiing vormen. Kenmerkende soorten zijn hier onder andere Europese vogelkers, sleedoorn en hondsroos.

Ten noorden van deze bossen ligt het drogere Noordlagerbosje, met veel blauwe bosbes. Ook dit bos heeft enkele zeer oude delen met o.a. grote veldbies. Alle drie bossen zijn omringd door natte graslanden, houtwallen en singels. Samen is het gebied 47 ha groot.

Habitattypen

H9120              Atlantische zuurminnende beukenbossen met hulst