Drouwenerzand
Het Drouwenerzand is een relatief hooggelegen heide- en stuifzandgebied op de flank van de Hondsrug. Vanaf het hoogste punt op 18 meter hoogte is een groot deel van het Hunzedal te overzien.
Het gebied heeft zijn huidige gezicht gekregen na eeuwen van begrazing met schapen en runderen. Eind 19e eeuw was de begrazingsdruk zo groot dat omvangrijke stuifzanden ontstonden.
Het dorp Drouwen werd bedreigd door het stuivende zand. Gedeeltelijke bebossing en de inperking van de begrazing zorgde voor rust. Inmiddels is gebied als natuurreservaat in beheer bij de St. Het Drentse Landschap.
Opvallend zijn de prachtige jeneverbesstruwelen. Het overgrote deel van de begroeiing bestaat tegenwoordig uit droge struikheidevegetaties met hier en daar heischraal grasland. Vooral in het westelijk deel is nog echt stuifzand aanwezig.
In het midden en oosten zijn kleinere stuifzandkernen te vinden, maar ook pionierbegroeiingen met heidespurrie, dwergviltkruid en korstmossen. De gevarieerde heide is een belangrijk biotoop voor tal van vogels en vlinders. Voorbeelden zijn tapuit, roodborsttapuit, boomvalk, nachtzwaluw en heivlinder.
Habitattypen
H2310 Stuifzandheiden met struikhei
H2320 Binnenlandse kraaiheidebegroeiingen
H2330 Zandverstuivingen
H5130 Jeneverbesstruwelen
H6230 Heischrale graslanden
H9190 Oude eikenbossen