Bestuursleden van dorpshuizen geven adviseurs waardevolle informatie mee tijdens startbijeenkomst


Meer dan 60 dorpshuizen hebben via het project ‘Energieke Dorpshuizen’ van de Brede Overleggroep Kleine Dorpen (BOKD) een energiescan laten uitvoeren. Voor de uitvoering van het programma Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed is dat een mooi startpunt voor het advies en begeleidingstraject. Dat wordt uitgevoerd door de adviseurs van Antea Groep bij 23 dorpshuizen. Onlangs vonden startbijeenkomsten in Coevorden en Ansen plaats om met bestuursleden van dorpshuizen te bespreken waar zij behoefte aan hebben en zodat iedereen weet wat ze qua aanpak van Antea (en de BOKD) kunnen verwachten.

Wat viel op tijdens deze bijeenkomsten?

Tijdens de bijeenkomsten viel op dat per dorpshuis verschilt in welke mate gebruik is gemaakt van de adviezen uit de energiescans.  Het merendeel heeft sindsdien wel al energiebesparende maatregelen uitgevoerd. Maar men vindt het niet altijd even eenvoudig om tot de juiste keuzes te komen en ook vraagt men zich af wanneer je welke maatregel(en) het beste kan nemen. Er is duidelijk behoefte aan begeleiding om te komen tot die juiste keuzes en hoe je al die maatregelen zou kunnen financieren.

Ambities liggen hoger: aan de slag met een MJOP

Opvallend was ook dat de ambities bij de besturen van de dorps- en buurthuizen (flink) hoger liggen, dan op het moment dat ze de energiescan hebben laten doen. Velen willen van het aardgas af en dat vereist een andere route en dus andere maatregelen, dan aan de voorkant met elkaar bedacht was. Het maken van een meerjarenonderhoudsplanning (MJOP), waarin bouw- en installatietechnische maatregelen in het meest gunstige tijdpad worden geplaatst, is dan ook een van de belangrijkste eindproducten van het advies- en begeleidingstraject dat Antea met de besturen van de dorps- en buurthuizen de komende weken gaat doorlopen.

‘Gemeenten moeten meer hun coachende rol pakken bij MJOP’s’

De dorpshuizen vinden ook dat gemeenten meer hun (coachende) rol zouden moeten pakken bij het maken van de MJOP’s van dorps- en buurthuizen. De gemeente vindt dat echter lastig: “Het is complex om de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed intern goed te organiseren. Verschillende wethouders en verschillende beleidsambtenaren hebben ieder zo hun eigen belang en het is lastig om iedereen op het gelijke niveau te krijgen.”

Kosten en subsidies zijn flinke uitdaging

Voor dorpshuizen vormen de kosten een flinke uitdaging. Zo zegt een van de bestuursleden van een dorpshuis: “Het verduurzamen van het dorpshuis is een hele investering. Een flinke investering, die je maar moet zien op te hoesten. De middelen voor grote investeringen liggen niet op de plank. En kosten komen vaak voor de baten. Voor de DUMAVA-regeling moesten we eerst een E-Herkenning aanvragen en dat kost een paar honderd euro.” Een ander bestuurslid had nog wel een tip: “Zorg dat je kleinverbruiker blijft, want anders kunnen veel investeringen financieel niet uit.” Natuurlijk zijn er wel subsidiemogelijkheden, maar: “we vinden het als vrijwilligers (soms al op leeftijd) lastig om zo’n aanvraagtraject te doorlopen. We willen daar graag hulp bij hebben,” werd er gereageerd.

Via de provincie kunnen dorpshuizen in ieder geval aanspraak maken op een subsidie van 1000 euro.

De bijeenkomsten bevatten genoeg input voor de adviseurs van de Antea Groep om mee aan de slag te gaan. Voor hen zijn deze avonden een belangrijke stap om in afstemming met de BOKD de verduurzaming van dorps- en buurthuizen tot een goed vervolg te brengen.

Deze bijeenkomst is onderdeel van startbijeenkomsten voor clusters van dorpshuizen (en gemeenten), zodat iedereen weet wat ze qua aanpak van Antea (en de BOKD) kunnen verwachten. Daarna volgt een fase met de focus op de betrokken negen Drentse gemeenten: welke informatie hebben zij nog beschikbaar voor de deelnemende dorpshuizen en hoe ziet hun betrokkenheid bij (het voortbestaan van) de dorps- en buurthuizen in hun gemeente eruit?