Hunebouw: ‘We lopen over van enthousiasme voor duurzaamheid!’


In de rubriek ‘Partner aan het woord’ vertelt een van onze partners over hun bijdrage aan een energieneutrale Drentse woonomgeving in 2040. Deze keer aan het woord: Klaas Graveland, directeur Hunebouw uit Hoogeveen.

‘Duurzaamheid moet als een rode draad door bouwprojecten heen lopen, alleen dan kunnen we onze ambitie voor 2040 halen’

Laten zien wat er allemaal mogelijk is

‘In 2000 ben ik als technisch directeur begonnen bij HuneBouw, toen nog Ter Stege Bouw, met de afspraak om het bedrijf over te nemen. In 2007 was ik volledig eigenaar. De naam HuneBouw staat voor, samenwerking, degelijkheid, duurzaamheid en dat met een typisch Drentse aanpak. We houden ons nu een aantal jaren bezig met duurzaam bouwen en verduurzaming. Zo is onlangs het Van der Valk hotel in Leeuwarden opgeleverd. Deze is als eerste in Friesland, gebouwd conform BREEAM.NL  Excellent nieuwbouw, een belangrijk duurzaamheidslabel. We maken ook plannen om ons eigen pand energieneutraal te maken. We willen van gasketel naar pelletketel, maar ook zonnepanelen aanschaffen en isolerende maatregelen doorvoeren. We hebben als aannemer toch een voorbeeldfunctie, hiermee kunnen we laten zien wat er allemaal mogelijk is. Ook kunnen we ons bedrijf ermee door ontwikkelen in kennis. De ontwikkelingen gaan zo snel. Je hebt hier zeker passie voor het onderwerp voor nodig. En dat hebben we! We lopen over van enthousiasme voor duurzaamheid.’

Netwerk inzetten

‘In 2040 wil de provincie Drenthe energie neutraal zijn. Straten, wijken, hele dorpen moeten verduurzamen. Hiervoor moet een proces op gang komen. Dat is een behoorlijke ambitie, maar het moet mogelijk zijn. Wij, als bouwbedrijf, hebben de kennis, maar dat is niet voldoende. Mensen moeten zien waarom het zo belangrijk is om te verduurzamen. Het gaat hier in beginsel niet om terugverdienen. Natuurlijk geeft het wat rendement, maar het grootste rendement is dat bijvoorbeeld oudere bebouwing weer toekomstbestendig wordt gemaakt. Er moet nog wel het nodige gebeuren. Het netwerk inzetten is belangrijk voor de aanpak. Het is daarom goed dat de Expeditie Energie Neutraal Wonen er is. Als we het hebben over het aanpakken van bestaande wijken, is het belangrijk om de mensen de verschillende mogelijkheden voor comfortverbetering en toekomstbestendigheid van hun woning voor te leggen. Daarnaast geef je dan ook weer wat de consequenties zijn als ze andere keuzes maken. Wij hebben dat bijvoorbeeld ook gedaan voor een woningcorporatie. Voor Woonconcept Meppel zijn we bezig om in Steenwijk een Nul Op de Meter project te ontwikkelen. We bieden dan verschillende mogelijkheden van bouwen aan. Je kunt bijvoorbeeld hybride bouwen, maar ook BENG, Bijna Energie Neutraal Gebouwd. De opdrachtgever krijgt hiermee de mogelijkheid om onderbouwd een investeringsbeslissing te nemen.’

Motiveren en ondersteunen

‘Er is nog behoorlijk wat werk te verrichten om onze doelstellingen te behalen. Gemeentes kunnen bijvoorbeeld nog wel wat verbeteren in het motiveren en ondersteunen van bewoners en plaatselijke ondernemers. Het is behoorlijk teleurstellend dat er bij het uitschrijven van tenders vaak geen extra punten worden gegeven voor duurzaamheidsoplossingen. Als dat niet wordt opgepakt, gaan veel bouwbedrijven nog op de traditionele manier door. Hier is nog een wereld te winnen. De provincie probeert van bovenaf een beweging op gang te brengen, daar heb ik wel vertrouwen in. In bijvoorbeeld de provincie Overijssel, waar wij ook actief zijn, gaan ze nog weer een stapje verder. We hebben daar een CPO-project gerealiseerd van 12 energieneutrale woningen in Olst (project Vriendenerf). We stonden versteld van de inzet van de provincie, om dit soort projecten te stimuleren. Als ondernemer vind ik het de taak van de overheid om plaatselijke ondernemers te steunen en te motiveren en bewoners te overtuigen. Daar ligt de sleutel voor het slagen of niet van het energieneutraal worden. De lokale overheid heeft een voorbeeldfunctie. We moeten wel met z’n allen de schouders eronder zetten. De Expeditie is zeker niet te vrijblijvend, maar daar moet de voorbeeldfunctie sterker worden neergezet. Als we zo doorgaan, dan gaan we het niet redden. Er moet meer steun zijn voor plaatselijke ondernemers, je moet ze meer in positie brengen. Het moet verboden worden voor lokale overheden om prijsvragen uit te schrijven op eigen projecten en het aspect duurzaamheid niet op de waarderingslijst te zetten. Mijn stelling: de overheid is dienend naar de samenleving en heeft een voorbeeldfunctie. Een ander idee is om een puntensysteem los te laten op de woz-waarde. Het al dan niet hebben van een duurzaam pand, heeft dan zijn (positieve) weerslag op de woz-waarde. Ik vergelijk het met de belasting (bijtelling) van een schone auto op straat. Ik mis dat soort systematiek. Ik ben pas tevreden als ik zie dat de overheden dienend en motiverend zijn naar de inwoners en ondernemers toe en als er vooruitstrevende projecten zijn die gigantisch stimuleren, zoals in Overijssel. Per gemeente verschilt het trouwens ook sterk. Mijn advies aan gemeentes is dan ook om vooral goed in contact te zijn met de inwoners en ondernemers. Dan kan er veel loskomen en komt een dorp sneller in beweging. Dat zagen wij ook tijdens de energie bespaarmarkten, die zijn gehouden in diverse dorpen. Waar de gemeente goed in contact is met de inwoners, een open houding heeft, er een sterke eenheid is in het dorp, was er een hogere opkomst en meer enthousiasme.’

‘Nu zie je soms dat sociale woningbouw niet of te weinig wordt opgenomen in een vooruitstrevende wijk. Dat is een gemiste kans omdat dit ook een basis is voor duurzaamheid. Dat vergroot de leefbaarheid van een stad of dorp. Voor het behalen van onze doelstelling in 2040, is het belangrijk om nu alle doelgroepen mee te nemen, anders bereik je ze niet.’