Stad & platteland

Wegens succes verlengd: de subsidieregeling waarmee bewoners het groen in hun eigen omgeving groener en gevarieerder kunnen maken. Er kwamen zo veel aanvragen binnen dat het subsidiepotje verhoogd is. Dat is goed nieuws, als tegenwicht tegen het verstenen van tuinen en openbaar groen. Kayleigh Aalderink, beleidsadviseur natuur bij de provincie Drenthe, licht de regeling toe.

Met het programma ‘Podium Platteland 2.0’ wil de provincie Drenthe de leefbaarheid in Drenthe versterken door culturele projecten. Eén van de projecten die van start is gegaan heet ‘Passie op het platteland’; ‘een artistiek- en maatschappelijk samenwerkingsproject door en voor jongeren op het Drentse platteland’. Initiatiefneemster Vera Vos, die aan kunstacademie Minerva studeert, toert met een knalgele Volkswagenbus door De Wolden, op zoek naar die passie.

Hij oogt als een exoot, een on-Nederlandse vogel. Hoog op de poten, uitbundig verenpak. Karaktervol en slim bovendien, met spectaculair baltsgedrag. Toch is de kraanvogel inheems, eeuwen geleden kwam hij hier al voor. Via het Fochteloërveen, waar natuurherstel plaatsvond, heeft de kraanvogel zich sinds 2007 ook in het Dwingelderveld gevestigd. Joop Kleine, een vogelinventarisator met nationale faam, woont aan de rand van het Dwingelderveld en zag de kraanvogel aankomen. En blijven.

Het is moeilijk om in cijfers uit te drukken, maar meer dan ooit hebben we in coronatijd de gevarieerde en unieke Drentse natuur weten te vinden als dé plek om te recreëren of rust te zoeken. De volgeboekte campings en vakantieparken in het voorbije jaar en naar verwachting ook de komende zomermaanden, onderschrijven dat beeld; mensen hebben Drenthe ‘herontdekt’. Dat maakt wel dat degenen die toezicht houden op de natuurgebieden, de groene boa’s, het drukker hebben dan ooit.

Archeologische beleefpunten. Plekken waar honderden, soms duizenden, jaren geleden mensen woonden, gebruik maakten van de grond en sporen achterlieten. Deze sporen leren ons hoe er in die tijd geleefd werd.

De stengelloze sleutelbloem is een zeer zeldzame plant geworden, die nog maar op een paar plekken rond de Drentsche Aa voorkomt. Een groep vrijwilligers, beheerders en wetenschappers doet uit liefde voor de typische Drentse bloem een ultieme poging een levensvatbare populatie te creëren.

Het is vroeg in de ochtend, even buiten het plaatsje Dalen, aan de rand van een akker. De temperatuur ligt rond het vriespunt, de hemel is strakblauw en de zon schijnt volop. Ideale omstandigheden om op zoek te gaan naar de nesten van boerenlandvogels.

De lange zonnedauw, een zeer zeldzame vleesetende plant, komt nog maar op één plek in Nederland voor: het al even unieke Bargerveen, ‘het beste hoogveen van Nederland’. Erik Bloeming van Staatsbosbeheer legt uit wat dit plantje en dit gebied zo bijzonder maakt.

Hij is nagenoeg onzichtbaar, ontzettend kwetsbaar, maar woont graag in Drenthe: de knoflookpad. Het is een ernstig bedreigd dier, dat te lijden heeft van het veranderde landschap. Maar er is ook goed nieuws: op de Drentse Hondsrug werken verschillende partners, met steun van de provincie, aan het versterken van de populaties die er leven.

Tijmen Nagel en Arjan Bolhuis zijn niet alleen boeren, buren en melkveehouders, maar trekken ook samen op in het verduurzamen van het boerenbedrijf van Arjan in Beilen. Tijmen als gebiedscontactpersoon, Arjan als zijn cliënt. “Het is mooi dat wij als boeren elkaar kunnen helpen.”