Drentse natuur bewijst zijn waarde in coronatijd


Het is moeilijk om in cijfers uit te drukken, maar meer dan ooit hebben we in coronatijd de gevarieerde en unieke Drentse natuur weten te vinden als dé plek om te recreëren of rust te zoeken. De volgeboekte campings en vakantieparken in het voorbije jaar en naar verwachting ook de komende zomermaanden, onderschrijven dat beeld; mensen hebben Drenthe ‘herontdekt’. Dat maakt wel dat degenen die toezicht houden op de natuurgebieden, de groene boa’s, het drukker hebben dan ooit.

Op één van de vele bijzondere Drentse natuurgebieden, het Uffelter Binnenveld, vind je, als je goed kijkt, overal sporen van de Tweede Wereldoorlog. Er zijn door dwangarbeiders gegraven loopgraven, bunkers, en je ziet grote kraters als gevolg van bominslagen die nu dienen als paddenpoel. Hier vertellen twee groene boa’s, Harald de Graaff (Stichting Het Drentse landschap) en Robert Altena (provincie Drenthe), met passie en liefde over hun werk.

Ze hebben het publiek in de gebieden waar ze toezicht houden zien toenemen, sinds de uitbraak van de coronapandemie. “Veruit de meeste mensen houden zich keurig aan de regels die bij de ingang van de natuurgebieden staan aangegeven”, vertelt Altena.  “Maar er is ook een ander publiek bijgekomen, en sommigen daarvan houden zich niet zo netjes aan de regels. Ze laten afval achter of laten hun hond loslopen. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben. We hebben gezien dat de heideschapen hier zijn aangevallen. Of reeën die hun kalven in de steek laten omdat ze opgeschrikt worden.”

Samenwerken

Harald de Graaff van het Drentse landschap is als rayonbeheerder verantwoordelijk voor de handhaving en beheer in 3.000 hectare natuurgebied in het zuidelijke gedeelte van Drenthe. Het werk als boa doet hij ernaast, samen met één andere professionele collega en vier vrijwilligers. “Dat is eigenlijk te weinig, vooral nu”, vertelt De Graaff, die aan de rand van het Uffelter Binnenveld woont. “Vroeger waren er meer boa’s, ook in particuliere dienst. Er waren ook meer vrijwillige boa's. Tegenwoordig worden er strengere eisen aan deze functie gesteld. Dat is aan de ene kant goed, maar aan de andere kant betekent dat dat er veel meer werk op onze schouders rust.”

Het goede nieuws is dat Natuurmonumenten, het Drents Landschap, Staatsbosbeheer en de provincie en de politie, die allen boa’s in dienst hebben, goed samenwerken, vertelt Altena. De provincie heeft een wettelijke regierol in de afstemming en coördinatie van het toezicht, onder meer in het buitengebied. Om de samenwerking in goede banen te leiden heeft de provincie een ‘groene regisseur’ aangesteld. Deze regisseur zorgt ervoor dat de handhavingspartners geregeld samenkomen, elkaar informeren en hun agenda’s op elkaar afstemmen waar het gaat om concrete handhavingsacties en de communicatie. Het is allemaal vastgelegd in samenwerkingsconvenanten en een speciale handhavingskalender.

Je moet voor dit werk ook echt een groen hart hebben. We doen het nog steeds met veel betrokkenheid en plezier

Extra geld

Daarnaast is op 12 april jl. bekend gemaakt dat de provincie 250.000 euro beschikbaar stelt voor extra toezicht en handhaving. Het geld is afkomstig uit een pot met geld die beschikbaar kwam voor maatregelen in coronatijd. Ook worden er extra politieagenten ingezet om te handhaven in het buitengebied.

De samenwerking met de politie is belangrijk, benadrukt Altena. “Sinds (kort) enkele jaren staan wij in rechtstreekse verbinding met de zogeheten MDWK’s (dat staat voor milieu, dierenwelzijn, water en korpscheftaken). Wij kunnen onze handhavingstaken steeds beter met hen afstemmen en dat is heel belangrijk.”

Overleven in de natuur

Dat is ook hard nodig, benadrukken de boa’s, want de druk op de natuur is niet alleen door corona toegenomen, dat is een trend die al pakweg 15 jaar gaande is. Er zijn méér mountainbikers – voor hen zijn overal in Drenthe prachtige routes aangelegd, meer natuurfotografen, die hier goed aan hun trekken komen, en meer motorcrossers. En niet iedereen houdt zich aan de regels. “We zien mensen soms dwars door kwetsbaar natuurgebied crossen, we zien drones boven de nesten van broedende vogels. De trend is dus dat mensen meer, en op verschillende manieren, in de natuur recreëren. Op de gekste tijden kom ik mensen tegen. Bijvoorbeeld ‘s nachts, dan doen ze een speurtocht met opdrachten, buiten de gebaande paden. Zo verstoren ze de dieren. Wat we nog meer zien: ballonvaart, ultra light vliegen boven Natura 2000-gebieden en een nieuw fenomeen: bushcraften. Ik heb er vorige week nog een paar uit het veld gehaald. Die hadden rugzakjes op en een tent, met de bedoeling te ‘overleven’ in de natuur.

Gelukkig lukt het Altena en De Graaff meestal goed om grote conflicten met mensen die de regels overtreden, te voorkomen. Altnea: “Ik denk dat wij met een goede verbale communicatie een heel eind komen.” De Graaf heeft nog wel een idee om de druk op de natuur op sommige plaatsen te verlichten. “Ik denk dat het slim zou zijn om nieuwe natuur rondom of tegen de steden aan te leggen, waar wat meer kan op het gebied van recreatie. Een meer parkachtige omgeving misschien. Zodat je de kwetsbare natuur ontziet bij allerlei activiteiten.”

Betrokkenheid en plezier

Maar de grootste verlichting op dit moment? Daar hoeven de toezichthouders niet lang over na te denken: het einde van de coronacrisis. “Absoluut! We verwachten dat het straks rustiger wordt. En dat komt als geroepen”, zegt Altena. In de tussentijd doen de mannen vol overgave hun noodzakelijke werk. De Graaff: “Het is een way of life, we zijn 24/7 bereikbaar. Je moet voor dit werk ook echt een groen hart hebben. We doen het nog steeds met veel betrokkenheid en plezier.”