Lage Landen


Beekdalen, essen, historische stadskern Meppel

Van de provinciale kernkwaliteiten archeologie zijn er in dit gebied drie aanwezig. In de eerste plaats de vier beekdalen van de (fossiele) Hasselter Aa, de Wold Aa, de Koekanger Aa en de Reest. Daarnaast het beekdal van het Oude Diep dat terug te vinden is aan de hand van haar gekanaliseerde opvolgers: de Drentse hoofdvaart/Oude Vaart en het Meppelerdiep.

De tweede belangrijke provinciale kernkwaliteit betreft het gebied tussen de Koekanger Aa en de Reest, dat wordt getypeerd als een ‘essenzwermdorp’, dat wil zeggen een losse verzameling van kamphoeven of een- of twee mans essen met bijbehorende boerderijen. Dit landschap met blokvormige percelen is mogelijk al in de Vroege Middeleeuwen ontgonnen. Ook langs het Schoonebeekerdiep komen we dit soort kampjes nog tegen. Ze zijn op zandopduikingen en kleine -ruggen aangelegd en waren daardoor vermoedelijk in de Oude en Midden-Steentijd ook al aantrekkelijke vestigingsplaatsen. Archeologisch is dit echter nog onvoldoende aangetoond.

Ook archeologisch nog niet zo goed bekend zijn de enige twee middeleeuwse stadskernen van Drenthe: Coevorden en Meppel. Zij hebben in de bewoninggeschiedenis van de provincie een eigen prominente rol gespeeld. De overheersing van Drenthe door de bisschop van Utrecht in de Middeleeuwen, maar ook andere onrustige tijden voor Nederland, zoals de Tachtigjarige Oorlog en de Bataafs-Franse tijd, laten zich voor Drenthe in het bijzonder aan de hand van deze steden volgen. Meppel en Coevorden waren tot in de negentiende eeuw naast Groningen-stad de belangrijkste handelssteden van Noord-Nederland.

De resultaten van het archeologisch onderzoek in de historische kern van Meppel, zijn bouwstenen voor een beter begrip van de middeleeuwse en jongere geschiedenis van Drenthe, de stadsontwikkeling en de relatie tussen platteland en stad door de tijd heen.